Vorige zomer bezochten we de Franse ambassade in Nederland. De ambassade wilde geen visum aanvraag voor Katia behandelen. We moesten maar naar Kaap Verdie vliegen en daar een aanvraag doen! Dat was te gek dus we begonnen zonder visa aan onze zesweekse oversteek naar Frans Polynesie waar de gendarmerie ons al snel de oceaan op stuurt. Tweeduizend kilometer oceaan en tientallen eilanden liggen voor ons en we mogen niet stoppen. De enige uitzondering is als de boot stuk gaat; dat is maritiem recht. Duimen dus!
Met een Marquesenaar fruit ophalen uit zijn tuin…
Gastvrije Polynesiërs
De Polynesische cultuur is verspreid in een driehoek die zich uitstrekt van Nieuw Zeeland tot Paaseiland en Hawaii. Frankrijk heeft een deel van Polynesie gekoloniseerd en het is tegenwoordig een “Frans overzees gebied” bekend als Frans Polynesie. Vrijgevigheid en een open deur voor zeilers trok zeevaarders eeuwenlang naar Polynesie maar de Fransen, zo lijkt het, willen die deur stevig dichttrekken.
Twee weken
Alle niet Europese zeilers (Amerikanen, Nieuw Zeelanders, etc.) betalen 1500 euro borg bij aankomst en alleen sommige nationaliteiten krijgen een 3 maanden visa. Katia met haar paspoort uit de
Kaapverdische eilanden is kennelijk niet welkom en krijgt maar twee weken voor een gebied zo groot als Europa. Wat een domper. Maar we spelen het volgens de regels en checken op tijd uit. Door de trage bureaucratie krijgen we onverwacht anderhalve week extra maar na krap een maand moeten we vertrekken en gaan op weg naar de Cook eilanden.
Gestrand op een atol
Na een tijdje zeilen komen we langs een atol. De boot is helaas stuk, dus we ankeren bij een dorpje voor reparatiewerk. We drentelen door de dorpsstraat en een groep vissers roept ons bij hen. We sluiten aan in hun kring en drinken cocosnotenbier en eten kaviaar. We krijgen veel cadeaus als gepolijste pareloesters en verse vis. De zwarte parels die ons worden toegestopt geven we natuurlijk netjes terug; het is niet toegestaan die aan te nemen.
Een krab die cocosnoten eet
Het atol zelf is de meest magische plek waar we ooit waren. Een atol is een gezonken eiland dat een lagune vormt omringd door een kransvormige strook oude koraalriffen bedekt met palmbomen en witte stranden. We genieten van de omgeving en geven vers fruit en cadeaus aan de mensen. Als we dorst krijgen belanden cocosnoten als vanzelf in onze handen en onze koelkast puilt uit van het lekkers. ‘s Avonds eten we de lokale delicatesse; een krab die uitsluitend cocosnoten eet. Het vlees smaakt zoetig met een vleugje cocosnoot!
Dansen bij maanlicht
Op zondag gaan we naar de kerk en worden bedankt voor onze komst. Als ik ’s avonds Jago foto’s laat nemen, maken we nog meer vrienden. De mensen zijn dankbaar dat ze hun eiland van boven kunnen zien en we worden op sleeptouw genomen door een groepje en drinken biertjes op de kleine pier. We praten en lachen met de burgermeester, de vrouw van het postkantoor en de dorpselectricien. Ze nemen ons mee in een grote SUV met harde muziek en we bezoeken hun huizen.
De avond wordt nacht en een volle maan schijnt boven de pier in de vlakke lagune. We lachen, we drinken en we leren elkaar dansen van verschillende continenten. Katia danst met de burgemeester en ik met een Polynesische met een bloempje in haar haar. Om vier uur ‘s nachts rollen we tollend ons bed in. Ons vertrek moet maar even een dagje wachten want deze kater schudden we niet zomaar af. De boot is bijna gerepareerd dus we gaan weer verder. We laten Frans Polynesië achter ons en gaan op weg; dieper Polynesië in.
Joshua zeilt met tuigage van
Carl Stahl Yachting
Deze blog is verzonden met mijn
Xtreme Districts Iridium Go